Wat politici kunnen leren van relatietherapie.

Dit stuk verscheen ook op ewmagazine.nl

Mijn dochter had haar boeken van de bieb verlengd, dacht ze. Blijkbaar ging het mis, want we kregen een brief dat de boeken veel te laat zijn, met een flinke boete. Bij de bibliotheek staan elektronisch zuilen waar je kunt verlengen, lenen en inleveren. Als een kind daar voor het eerst iets in haar eentje verlengt, kan dat makkelijk misgaan.

We gingen samen naar de bieb. Ik had de hoop dat ik misschien iets zou kunnen regelen. Als ik de situatie uit zou leggen, konden ze misschien de boete kwijtschelden. Maar de medewerker kon niet zoveel doen aan de boete, dat ligt allemaal vast in de systemen. Ik heb de boete zonder morren betaald.

Vroeger viel er met een bibliothecaris nog wat te regelen. Maar goed, toen werd je aan de balie geholpen en zou het verlengen gewoon goed zijn gegaan en zouden we nooit in deze situatie zijn beland.

De overheid heeft wezenlijk contact weg georganiseerd

Dit is maar een klein incident. Mensen komen op veel serieuzere manieren in de knoop, bijvoorbeeld met het UWV of de Belastingdienst. Een fout is snel gemaakt, maar soms lijkt niemand de bevoegdheid te hebben om te corrigeren. De burgers worden niet gezien, alleen hun handelingen. En die zijn goed of fout. Ambtenaren zijn uitvoerders van starre systemen, waarin ze steeds minder ruimte hebben om snel iets op te lossen. Ze kunnen steeds minder rekening houden met het individuele verhaal.

De intentie is uniformiteit, voorspelbaarheid en eerlijkheid, maar het gevolg is verlies van wezenlijk contact.

En hier kom ik bij wat de overheid kan leren van relatietherapie.

In Emotionally Focused Therapy (EFT) – een behandelvorm voor relatieproblemen – is er een veelvoorkomende relatiedynamiek geïdentificeerd die de ‘protestpolka’ wordt genoemd: Eén partner doet er alles aan om contact te krijgen, maar de ander trekt zich steeds verder terug. Er ontstaat een vicieuze cirkel, waarbij de één steeds harder gaat bonken, verbaal of zelfs fysiek agressief kan worden en de ander zich door de dreiging nog verder terugtrekt. Hier groeien de spanningen nog verder.

Hieronder zit bij beide partners meestal een groot verlangen naar verbinding, maar dit raakt steeds verder op de achtergrond. Beiden hebben verantwoordelijkheid te nemen om uit de dynamiek te stappen. De één heeft grenzen te respecteren en zich te openen. De ander heeft een stap naar voren te nemen en aanwezig te zijn in de ontmoeting. Beide hebben hun aandeel onder ogen te komen: Voor de agressie die de ander wegjaagt (en beschadigt) en de ander voor de afstandelijkheid die de ander tot wanhoop drijft.

Nu moet je voorzichtig zijn om een dynamiek tussen twee mensen te vertalen naar een samenleving, dus lees het door je oogharen, maar ik denk dat de relatie tussen overheid en burger ook in een protestpolka zit.

Wat heb je aan een luisterend oor van iemand die niks voor je kan doen?

Er zijn vele voorbeelden van het afnemen van de discretionaire ruimte van ambtenaren. Denk aan automatische boetes die automatisch verder oplopen als er niet betaald wordt. Denk aan het moeras waar slachtoffers van het toeslagenschandaal in terecht zijn gekomen (al was daar ook sprake van kwade wil). Denk aan mensen die ernstig ziek zijn maar toch moeten werken volgens het UWV, terwijl soms elke UWV-medewerker erkent dat het niet eerlijk is.

Denk ook aan hoe verantwoordelijkheden bij de EU gelegd worden of bij modellen van een wetenschappelijk instituut. Hoe kan je dan invloed uitoefenen? Je kan wel zeggen ‘ik luister naar de burgers’ maar wat betekent dat als het contact niet zorgt voor beweging, een verandering. Is dat wel contact? Of kunnen burgers dan net zo goed in een dagboek gaan schrijven, of bij hun partner hun hart luchten? Dit voedt ongenoegen en wantrouwen. En sommigen gaan dan op de deuren bonken.

De protestpolka is zichtbaar in de dynamiek rondom geweld tegen hulpverleners: Om dit een halt toe te roepen wordt een minimumstraf overwogen. Maar hierdoor wordt rechters ruimte ontnomen en krimpt de ruimte voor contact tussen burgers en de overheid (want een rechter kan alleen maar uitvoeren). Zo verschanst de overheid zich verder en groeit het onbehagen. Zo’n maatregel zal weinig doen tegen geweld, maar het misschien wel indirect voeden.

Wat kanttekeningen

Ik zeg hiermee niet dat de hulpverleners agressie verdienen of dat de daders van geweld per se deze motivatie hebben. Ik zeg niet dat Sigrid Kaag gevraagd heeft om middeleeuwse fakkels. Dit is geen victim-blaming. Het is een complexe dynamiek, waarbij de drijfveren cocktails zijn van groepsdynamiek, seksisme, machismo, vooroordelen, beeldvorming en nog veel meer. De kop van jut is nooit echt verantwoordelijk voor al het leed waar hij of zij verantwoordelijk voor wordt gehouden. Sterker nog: de kop van jut is vaak juist degene die wel direct contact probeert te maken of openheid toont. Ik zeg ook niet dat mensen die het meest te lijden hebben van een hermetische overheid per se agressief worden. Het is een diep onbewust patroon dat zich denk ik als eerste uit bij een kleine, misschien extreme, groep. 

Verantwoordelijkheid nemen zonder holle frasen

Daders hebben hun verantwoordelijkheid te nemen en daar wordt al veel over gezegd. We moeten als burgers bewust zijn van onze gewelddadigheid, ook in woorden. Maar ik vraag me af of politici de juiste conclusies trekken en of ze helemaal snappen hoeveel agressie afstand kan opwekken. En hoe het hun taak is ruimte voor contact te maken, wezenlijk contact waarin zaken tussen burger en overheid op een menselijke manier opgelost kunnen worden. Dit is niet iets triviaals, want dit is verbonden met hoe we macht organiseren.

Een pedant luisterend oor van iemand die een cursus ‘omgaan met moeilijke klanten heeft gehad’, die begripvol knikt, maar die niks kan betekenen, zal alleen maar meer gewelddadigheid opleveren en de protestpolka verdiepen.

Meer weten over relatietherapie? Kijk hier.