We vermijden contact met boosheid op twee manieren: 1) Het onderdrukken van het gevoel en – soms als het onderdrukken niet meer werkt – 2) er alles ongecontroleerd uitgooien.
Het onderdrukken van boosheid leren we als kind om verschillende redenen. Bijvoorbeeld omdat ouders er niet mee konden omgaan, het afstraften of er afstandelijk op reageerden.
Het kan zijn dat er toch niet geluisterd werd en het kind het opgeeft. Of er waren zorgen en het kind wilde het systeem ontzien.
Het eruit gooien ontstaat vaak uit angst en machteloosheid. Fysiologisch komt wat wij woede noemen meer overeen met een angstreactie. De oerangst speelt op dat de relatie kan verdwijnen (wat voor een kind levensgevaarlijk is).
Een gevoel van machteloosheid is vaak ook aanwezig en komt ook voort uit oud zeer, uit de ervaring dat grenzen toch niet gerespecteerd werden. Hierdoor ontstaat paradoxaal genoeg juist vaak de grensoverschrijdende woede, want de angst kan leiden tot een vechtreactie.
Mensen die grensoverschrijdend (in energie, woord of daad) woedend worden, zijn dus niet alleen boos, maar vooral doodsbang.
Zowel het onderdrukken als grensoverschrijdend woedend worden zijn beschadigend voor relaties, maar ook voor je eigen lijf. Slecht omgaan met boosheid vergroot de kans op ziektes.
Het is dus erg belangrijk om je omgang met boosheid en je gezonde boosheid te leren kennen.
Deze kennis is trouwens niet alleen nuttig om schade te voorkomen, maar ook omdat het ruimte schept voor grensbesef, verlangens en liefde. Boosheid helpt je herinneren aan wie je wel en wie je niet bent.
Of, zoals Gabor Maté zegt: De authentieke boosheid respecteert grenzen.
Word je nooit boos, of ben je juist een driftkikker en wil je aan de slag met boosheid? Doe op 21 september mee met training Boosheid als Bron in de Hof van Barlo! Ik geef deze training met Fiona Kloosterman.
Lees hier meer en meld je aan:
superblijvrij.nl/boosheid